ProRail-topman: doorpakken met zelfrijdende treinen
De spoorsector moet doorpakken met de introductie van zelfrijdende treinen voordat ze wordt ingehaald door de automotive sector. Het zou zonde zijn als er straks zelfrijdende vrachtauto’s kort achter elkaar op de snelweg gaan rijden, terwijl het spoor juist uitermate geschikt is voor zelfrijdend transport. Dat zegt ProRail-topman Pier Eringa in een interview met SDC360.
“De techniek van zelfrijdende treinen is straks mogelijk met de introductie van het nieuwe spoorbeveiligingssysteem ERTMS, dus het is goed om hier snel mee aan de slag te gaan.” ERTMS (European Rail Traffic Management System) is een Europees beveiligingssysteem voor het spoor dat de komende jaren in diverse Europese lidstaten wordt geïnstalleerd.
Het systeem zorgt er onder andere voor dat als een trein een rood sein nadert dat de trein automatisch snelheid vermindert en remt. Dit kan zonder ingrijpen van de machinist. Ook kunnen treinen korter achter elkaar rijden doordat het spoor in blokken wordt opgedeeld. De blokken staan voor rijwegen die vrijkomen zodra een trein een rijpad verlaat.
Zelfrijdende treinen
ProRail voerde in de zomer van 2016 nog een proef uit met zelfrijdende treinen op de goederenspoorlijn Betuweroute. Dat deed de spoorbeheerder in samenwerking met vervoerder DB Cargo. Deze proef verliep succesvol. Het is daarom volgens Eringa belangrijk als de spoorsector mee gaat in de ontwikkelingen op het gebied van zelfrijdend vervoer. “De spoorsector moet daarvoor meer toekomstgericht gaan denken”, aldus de topman.
Volgens de topman zijn er heel veel zelfrijdende auto’s nodig om de trein te compenseren. “De kracht van de spoorinfrastructuur is dat ze hele grote volumes kan verwerken en tot in het stadscentrum en de haven en de Maasvlakte komen.” Daar kan de zelfrijdende auto niet tegenop meent Eringa, vandaar dat de spoorsector moet zorgen dat ze van deze voordelen profiteert.
Lees ook:
