General Motors: behoud pedalen en stuur in zelfrijdende auto
De Amerikaanse autoproducent General Motors vindt het belangrijk dat zelfrijdende voertuigen een stuur en pedalen hebben. Daarmee moet de veiligheid worden behouden. Dat zei CEO Mary Barra onlangs, voorafgaand aan een aandeelhoudersvergadering. Daarmee gaat ze in tegen de visie van bijvoorbeeld Google, die juist het stuur en de pedalen achterwege wil laten.
“Het behoud van beide onderdelen is cruciaal voor de veiligheid van zelfrijdende auto’s”, aldus Barra. Ze geeft aan dat het belangrijk is om aan de buitenwereld te laten zien dat automatisch rijdende voertuigen veilig zijn en dat kan mede door het behoud van pedalen en stuur.
Wetgeving
Daarnaast zorgt het ervoor dat inzittenden in staat zijn om in te grijpen, als het zelfrijdende systeem van het voertuig niet meer naar behoren functioneert. De CEO zou dan ook graag zien dat toekomstige wetgeving daar rekening mee houdt.
General Motors is één van de vele auto- en technologiebedrijven die zich mengen in de strijd om een aandeel in de markt voor zelfrijdende auto’s. Naar eigen zeggen, heeft het in Detroit gevestigde bedrijf een leidende positie in die markt.
Cruise
Zo werd onlangs bekend dat het honderden nieuwe werknemers zoekt in Canada, die in belangrijke mate gaan werken aan de ontwikkeling van autonome voertuigen. Ook kocht het eerder dit jaar het bedrijf Cruise voor 1 miljard dollar. Die start-up legt zich toe op het ontwikkelen van sensoren voor zelfrijdende auto’s. General Motors is de grootse Amerikaanse autofabrikant en brengt voertuigen op de markt van onder andere de merken Opel, Chevrolet en Cadillac.
Ik denk niet dat dit zinvol is. In een zelfrijdende auto houd je je niet bezig met het verkeer om je heen. Mocht er dan iets fout gaan dan zit er niemand in een goede positie achter het stuur, laat staan dat hij voldoende overzicht heeft om correct in te grijpen.
In het begin is het even wennen, maar de mens blijft de zwakste schakel in een (zelfrijdende) auto.
RED BUTTON: Persoonlijk denk ik dat een paniekswitch voldoende moet zijn. Hiermee moet een voertuig ‘uit’ gezet kunnen worden of in een gevaarlijke situatie een noodplan uitvoeren met een tweede onafhankelijk aanwezig zijnd systeem. Daarna moet een monteur ter plaatse komen, die onderzoekt wat heeft plaatsgevonden. Immers het probleem dat de aanleiding vormde tot de noodgreep kan technisch zijn of menselijk. Een systeem raakt niet in paniek. Een mens helaas wel.