‘Zelfrijdende voertuigen gaan tegen 2030 onze mobiliteit ingrijpend veranderen’
De verwachtingen voor geautomatiseerd rijden zijn hooggespannen. De technologie is er 95 procent klaar voor. De wetenschappelijke uitdagingen liggen vooral in het complexe stadsverkeer en in het omgaan met fietsers en voetgangers. Dat stelt professor Dariu Gavrila op vrijdag 23 juni in zijn intree-rede aan de TU Delft.
“Er vallen wereldwijd ongeveer 1,2 miljoen verkeersdoden per jaar. Meer dan negentig procent hiervan is terug te voeren op een fout van de bestuurder. Deze fouten kunnen door de introductie van zelfrijdende voertuigen worden voorkomen” aldus Gavrila van de Delftse faculteit 3mE. “Daarnaast kun je de tijd die je nu nog gebruikt om de auto te besturen, straks beter benutten om productief te zijn, te communiceren, of om juist te ontspannen. Zelfrijdende voertuigen die gedeeld worden, kunnen tevens leiden tot een hogere verkeersefficiëntie met minder voertuigen. Daardoor kan de ruimte die nu nog wordt gebruikt voor parkeren, hergebruikt worden om de stad leefbaarder te maken.”
Laatste procenten
De technologie voor zelfrijdende voertuigen is er 95 procent klaar voor, stelt Gavrila (die voorheen twintig jaar werkzaam was bij Daimler R&D, de maker van Mercedes-Benz). “Die laatste paar procenten zijn, zoals zo vaak, het lastigste om te realiseren. Het snelweg-scenario is wetenschappelijk gezien grotendeels opgelost – de eerste zelfrijdende auto’s (met nog beperkte functionaliteit) zijn op de markt. Maar verkeer in de stad is een ander verhaal. Dat scenario is veel complexer door kruisend verkeer, minder duidelijke straatmarkering, de vele verkeersborden en signalen, en de nabijheid van andere weggebruikers zoals fietsers en voetgangers.”
Interactie
Waar het huidige zelfrijdende voertuig nog moeite mee heeft, is de interactie met de (niet-zelfrijdende) weggebruikers. Het voertuig moet kunnen anticiperen: de intentie van een andere weggebruiker vroegtijdig herkennen, om daarop te kunnen reageren. Anders moet overmatig voorzichtig gereden worden. “Je zou in principe nu al een zelfrijdende auto zonder bestuurder Amsterdam in kunnen sturen, maar dan laat je die vijf kilometer per uur rijden en overal voor stoppen,” zegt Gavrila. “Dat is geen rijstijl die sociaal acceptabel zou zijn.”
Technieken die met behulp van big data automatisch leren hoe weggebruikers eruit zien en hoe ze zich doorgaans gedragen, kunnen helpen de verkeerssituatie beter in te schatten. Andersom moet het zelfrijdende voertuig ook zijn intentie aan de omgeving laten zien op een voor de andere weggebruikers begrijpelijke manier. Het zelfrijdende voertuig moet zich tenslotte op een comfortabele manier voor de inzittenden voortbewegen. “Dit zijn precies de vraagstukken waarmee onze nieuwe Intelligent Vehicles onderzoeksgroep aan de TU Delft zich bezighoudt.”
De introductie op de markt
Op de vraag ‘wanneer komt de zelfrijdende auto’ is geen simpel antwoord mogelijk. Dat ligt allereerst aan de ruime invulling van het begrip ‘zelfrijdend’. Heeft de mens bijvoorbeeld nog een rol als ‘back-up’ bestuurder voor noodgevallen? Hoe veelzijdig is het gebied waarin de zelfrijdende functionaliteit wordt aangeboden? Onder welke condities werkt het systeem (weer, dag/nacht)? Welke manier van rijden is mogelijk (snelheid, vrij rijden of slechts achter een ander voertuig) en welke ondersteuning is er vanuit de infrastructuur nodig?”
Naast technologische kwesties zijn er nog open vragen wat betreft aanpassing en harmonisering van wetgeving. “Uiteindelijk is de acceptatie en het vertrouwen van de weggebruikers doorslaggevend”, aldus Gavrila. “De introductie van de zelfrijdende auto zal daarom gefaseerd verlopen.”
Smartphone bedienen
Hij verwacht vanaf 2020 zelfrijdende auto’s op de snelweg die het toestaan dat de bestuurder zijn ogen langdurig van de weg houdt om bijvoorbeeld een smartphone te bedienen, bij honderd kilometer per uur en hoger. Momenteel rijden al honderden zelfrijdende auto’s van Waymo en Uber als ‘robot taxi’s’ door de straten van de Amerikaanse steden Pittsburgh en Phoenix, nog wel met een back-up bestuurder.
“Binnen twee tot drie jaar vinden de eerste grootschalige tests plaats zonder back-up bestuurder, in vereenvoudigde condities.” Gavrila verwacht dat het minstens tot 2030 gaat duren voordat robot taxi’s net zo efficiënt als, maar veiliger dan de menselijke bestuurder rond rijden in een stad als Amsterdam, met een ‘sociale’ rijstijl. “Tegen die tijd hebben zelfrijdende voertuigen onze mobiliteit ingrijpend veranderd.”
Opening RADD-lab
Naast de intreerede van Gavrila op vrijdag 23 juni, is er op dinsdag 27 juni een ander evenement aan de TU Delft waar zelfrijdende voertuigen in het middelpunt van de belangstelling staan. Dit betreft de opening van het Researchlab Automated Driving Delft (RADD) in The Green Village op de campus van de TU Delft. Dit lab biedt volop ruimte aan experimenten met automatisch rijden. Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu verricht de opening van het lab.