ProRail en NS willen in debat met machinist over zelfrijdende trein
ProRail-directeur Pier Eringa en NS-directeur Roger van Boxtel willen het gesprek aangaan met machinisten over zelfrijdende treinen. Ze gaven tijdens de Dag van de Rail aan dat het in de hoofden van machinisten misschien nog ver weg lijkt, maar dat ook Nederland hier op termijn mee zal starten. Dat betekent volgens hen niet dat de machinist van de trein gaat verdwijnen, maar dat het voertuig op delen van een traject de besturing zal overnemen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen bij de aankomst op complexe stations.
Pier Eringa gaf tijdens zijn presentatie aan dat de railbranche herkenbaar moet zijn als “een sexy en snelle sector” en “geen ouderwetse, conservatieve bende” wat nu nog vaak het beeld is. Volgens de topman moet er meer competitie zijn in de wereld van het spoor. Op dit moment zou de spoorsector nog niet scherp genoeg zijn om de competitie met de weg, de scheepvaart en de luchtvaart aan te gaan.
Concurrentiepositie spoor
Om de concurrentie aan te kunnen gaan met andere modaliteiten moeten de treinen volgens Eringa sneller en hoogfrequenter zijn en moeten reizigers makkelijker kunnen in- en uitstappen. De spoorinfrastructuur in Nederland is echter niet geschikt om overal met hoge snelheden te rijden. Daarom pleit Eringa ervoor om te investeren in het spoor, zodat er overal in Nederland met 180 kilometer per uur kan worden gereden. “Ik wil niet dat vervoerders ProRail lelijk gaan aankijken als ze snelle treinen hebben aangeschaft en dat onze spoorinfrastructuur geen 180 kilometer per uur aan kan.”
Om het spoor concurrerend te maken, moet er volgens de topman de komende jaren flink worden geïnvesteerd. Hij verwijst daarbij naar Zwitserland waar miljarden voor de spoorinfrastructuur is vrijgemaakt, omdat het land zich volgens hem er bewust van is “dat de mobiliteitsvraag toeneemt”. Nederland zou hier volgens hem een voorbeeld aan moeten nemen, omdat hier dezelfde trend zichtbaar is. “Schiphol laat al zien dat we daar achter de feiten aanlopen. Daar ontstaat al een infarct. Misschien zijn we daar zelf al te laat.”
Zelfrijdende treinen
Een van de voorbeelden om de concurrentie met andere modaliteiten aan te gaan, zijn volgens Eringa zelfrijdende treinen op het spoor. “In het goederenvervoer is het al mogelijk om in treintjes achter elkaar te rijden. Het zal ons toch niet gebeuren dat vrachtwagens eerder kunnen rijden zonder bestuurder dan dat wij dat op het spoor doen.”
Omdat er veel vragen zijn onder het personeel over zelfrijdende treinen gaan de directies van ProRail en NS de gesprekken hierover aan met hun medewerkers. Eringa: “We hebben gesproken met een aantal machinisten over automatisch bestuurbare treinen. Dan zie je dat het in de hoofden van machinisten nog ver weg is. Je krijgt mensen enthousiast door erover te praten.”
Eringa gaf als voorbeeld dat de machinist op de vrije baan in de lead is en bij de aankomst van het complexe station in Utrecht neemt de automatische besturing het over. “Dat doen ze bij vliegtuigen ook. Dan is het leuk voor de machinist, want die hoeft niet meer gestrest het station binnen.” NS en ProRail moeten er meer mee aan de slag om machinisten hiervoor te enthousiasmeren.”
Gesprekken met machinisten
NS-directeur Roger van Boxtel: “Treinen rijden zonder machinist vinden we een moeilijk debat. Toch openen we dat debat intern. We zijn nu gesprekken gestart met onze machinisten, met de ondernemingsraad, met de medezeggenschap om te kijken: wat zien we om ons heen. Je hoeft niet altijd koploper te zijn. We kunnen ook een actieve volger zijn.”
Van Boxtel gaf aan dat hij zich tijdens deze gesprekken zo goed mogelijk probeert verplaatsen in de positie van de medewerkers. “Er zijn oudere machinisten die denken: het zal mijn tijd wel duren en maak ik dat nog mee? Maar een jonge machinist die vraagt aan mij: wat doet ik over tien jaar bij NS?” Het is volgens hem goed om uit te leggen hoe de functie van de machinist eruit ziet als er (semi)automatisch wordt gereden op het spoor.
Lees ook: