‘CBR moet zich meer focussen op innovatie mobiliteit’
Voertuigen worden in toenemende mate autonoom. Het CBR moet hierop inspelen, maar op het gebied van innovatie blijft het bureau voor rijvaardigheidsbewijzen achter. Dat stelt adviesbureau PWC in een eerste, vijfjaarlijkse evaluatie van het CBR die is gemaakt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
In 2013 is het CBR gestart als publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan (zbo). Dit is de eerste, vijfjaarlijkse evaluatie. In het rapport wordt gekeken naar de interne organisatie en bedrijfsvoering over de periode 2013 tot en met 2016. De ontwikkelingen van CBR in 2017 en 2018 op het gebied van innovatie zijn dus niet in dit rapport meegenomen.
CBR belangrijk onderdeel
Het CBR houdt zich volgens het adviesbureau veel bezig met de primaire taken, maar te weinig met innovatie. Technologische ontwikkelingen in de voertuig- en mobiliteitssector gaan snel, voertuigen functioneren in toenemende mate autonoom, bestuurder en voertuig worden steeds meer één en voertuigen raken steeds meer verbonden met hun omgeving, ziet PWC. “Deze ontwikkelingen zullen de maatschappelijke opvatting over het autorijden doen veranderen en de rol en wettelijke taak van het CBR is hier een belangrijk onderdeel van.”
Het CBR moet samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de impact in kaart brengen die deze ontwikkelingen hebben op het rijgedrag en de verkeersveiligheid, stelt het adviesbureau. Minister Cora van Nieuwenhuizen gaf donderdag aan dat ze dit jaar samen met het CBR een strategische verkenning uitvoert.
Risico’s
Hoewel het CBR het belang van innovatie ziet, krijgt de continuïteit van primaire processen voorrang. “Dit brengt op termijn risico’s met zich mee. Wij concluderen op dit punt dat CBR visie heeft op innovatie, maar tegelijkertijd weinig executiekracht heeft om ideeën die leiden tot wezenlijke veranderingen in producten, diensten en werkprocessen van de organisatie in praktijk te brengen.”
Daarnaast is het CBR soms afhankelijk van ontwikkelingen in wet- en regelgeving. “De snelheid van deze ontwikkelingen maakt dat het CBR ook zelf innovatief moet zijn. Dit is niet alleen verantwoordelijkheid van het CBR. Wij zien hierin ook een belangrijke rol voor IenM (nu ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, red.) om te zorgen voor regie in de keten en het tijdig aanpassen van de wetgeving.”
Expertise
Het CBR heeft moeite mensen met een specialistische achtergrond, zoals verkeerspsychologen en big data experts te werven en te behouden, terwijl deze volgens het adviesbureau hard nodig zijn voor innovatieve ontwikkelingen. Ook is het voor het CBR lastig om de juiste expertise aan te trekken en binnen de organisatie te houden. Er is bij het CBR 3 fte beschikbaar die zich richten op innovatie.
Minister Van Nieuwenhuizen schrijft dat ze de aandachtspunten die in het rapport worden genoemd herkent en aanbevelingen van PWC deelt. “Het CBR is en gaat aan de slag met de aan hen gerichte aanbevelingen. Ik blijf hierover in gesprek met het CBR en zal waar dat passend is hierover afspraken maken met het CBR.”
Lees ook: