Maritieme industrie in Nederland tekent voor duurzaam en autonoom
Partijen in de maritieme sector in Nederland gaan nog meer samenwerken om innovatiever te worden en sneller over te schakelen op schonere brandstoffen. Vertegenwoordigers uit de sector tekenden samen met minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) een strategisch plan. Ook autonoom varen is onderdeel van het programma.
Het zogeheten Werkprogramma Maritieme Strategie moet een blauwdruk vormen waarmee partijen als rederijen, zee-en binnenvaartschippers, havens en overheden zich de komende drie jaar kunnen richten op verduurzaming, innovatie en cybersecurity.
‘Nieuw tijdperk’
De maritieme sector is een belangrijke partij voor de overheid, omdat het een belangrijke bijdrage kan leveren aan de klimaatdoelstellingen. Schepen stoten per vracht namelijk veel minder CO2, stikstof en fijnstof uit dan vrachtauto’s. Dat maakt de vaart een belangrijk alternatief voor vervoer over de weg.
Minister Van Nieuwenhuizen: “De sector is sterk. Mede door onze historie, maar vooral ook door ons innovatief vermogen staan we bovenin alle internationale lijstjes. We waren één van de eersten, we zijn één van de grootsten, we zijn zeker één van de besten. De maritieme sector is onderweg naar een nieuw tijdperk. Een tijdperk waarin schepen op schone energie varen, autonoom en digitaal. Een tijdperk waarin fossiele brand- en grondstoffen verleden tijd zijn.”
Klimaatneutraal
In het donderdag verschenen rapport van onderzoeksbureau CE Delft staat dat de vaart nog steeds een van de duurzaamste vrachtvervoersopties is. Het vervoeren van een ton vracht per binnenschip kan wel twee tot ruim twaalf keer minder CO2 uitstoten dan vervoer van hetzelfde gewicht per vrachtwagen. Het verschil met bestelbusjes is zelfs nog groter.
Om de klimaatdoelen te halen, zal de maritieme sector nog meer moeten gaan inzetten op schonere scheepsmotoren en duurzamere brandstoffen. De binnenvaart moet in 2030 een CO2-besparing van 49 procent laten zien en in 2050 helemaal klimaatneutraal zijn. Ook de zeehavens staan voor een uitdaging, omdat alleen al de haven van Rotterdam verantwoordelijk is voor een kleine twintig procent van de Nederlandse CO2-uitstoot. Het werkprogramma wordt de komende maanden uitgewerkt tot bijna 30 concrete projecten die de sector gaan vergroenen.
De sector gaat investeren in nieuwe scheepsmotoren en nieuwe technieken om de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen. Dit kan variëren van reinigen en verminderen van uitlaatgassen tot aan het installeren van elektromotoren op de schroefas van schepen. Verder gaan zeehavens werken aan CO2-afvang en -opslag en gaan ze restwarmte van industriële processen beter benutten.
Port-Liner
Het meest innovatief zijn de autonoom varende schepen, en volledig elektrisch aangedreven schepen. In augustus dit jaar gaat het eerste volledig elektrische binnenvaartschip te water, van het project Port-Liner. Dit heeft een Europese subsidie van zeven miljoen euro in de wacht gesleept voor de ontwikkeling van een innovatief systeem in de Europese containerbinnenvaart. Er worden in totaal zes duurzame schepen gebouwd.
Volgens De Binnenvaartkrant zullen de eerste twee schepen van 110 meter lang en 11,45 meter breed gebouwd worden door Asto in Raamsdonksveer en levert Werkina in Werkendam de elektrische installatie. Ze zouden voorbereid zijn op onbemand varen en in een vervolgfase zouden nog vier, bredere, schepen gebouwd worden.
Lees ook: Meer ruimte voor testen autonoom varen in Nederland