Nederland wil Europese stimulering van zelfrijdende auto’s

Nederland streeft naar een Europese agendering van de stimulering van zelfrijdende voertuigen. Het gaat hierbij onder meer om het faciliteren van grootschalige grensoverschrijdende testen en het mogelijk maken van een marktintroductie in 2019. Deze Europese agenda wordt medio april door alle 28 lidstaten van de Europese Unie besproken tijdens de informele transportraad. Met deze agenda moet de opkomst van autonoom rijdende voertuigen een stimulans krijgen en moeten (semi-)automatische systemen over drie jaar al op de markt worden geïntroduceerd.

Momenteel wordt er al volop getest met dit type auto’s, onder meer in Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Echter, deze pilots vinden altijd plaats binnen de grenzen van één land. Daar moet in de toekomst verandering in komen, als het aan Nederland ligt.

Testen

Internationale tests moeten worden bevorderd, zodat duidelijk wordt wat erbij komt kijken om deze techniek in te zetten voor grensoverschrijdend vervoer. Tevens roept de agenda op tot afspraken over het creëren van wettelijke kaders en het optimaal benutten van de voordelen van zelfrijdende auto’s.

Volgens het ministerie van Infrastructuur en Milieu is er voor dit type voertuigen een goede business case. “Als het ervoor zorgt dat reistijd werktijd wordt, maakt het niet uit dat je bijvoorbeeld twee uur van je werkplek vandaan woont”, zei beleidsadviseur Robbert Verweij van het ministerie. tijdens een seminar over zelfrijdende voertuigen op de automotive campus in Helmond.

Systeemsprong

Verweij ziet het toekomstige gebruik van robotauto’s als een systeemsprong, die net zo groot is als toen particulieren voor het eerst zelf auto’s gingen kopen voor privé-gebruik. “We zijn er echter nog lang niet”, denkt hij. Volgens de beleidsadviseur moeten er nog forse stappen worden gezet in de ontwikkeling van de technologie.

Zo moeten ontwikkelaars nadenken over de vraag of zelfrijdende auto’s zich moeten houden aan verkeersregels of gedragsregels. “Wat doe je bijvoorbeeld als een oud vrouwtje wil oversteken, maar niet bij een stoplicht of een zebrapad staat.” Ook is het volgens Verweij niet altijd duidelijk wat het gedrag van andere weggebruikers precies betekent.

Als voorbeeld noemt hij het aanzetten van het knipperlicht door de bestuurder van een ‘normale’ auto op de snelweg. “Betekent dit dat de auto meteen opschuift naar de rijbaan waar ik met mijn zelfrijdende auto rijd, of betekent het dat hij mij eerst laat passeren?”

Stapje voor stapje

De Europese aanpak is volgens hem wel anders dan de Amerikaanse. “Daar zie je dat Google echt gericht is op het totaal autonoom rijden. In Europa is meer geloof in het zetten van kleine stapjes en steeds stukje voor stukje de auto meer zelf laten doen.” Daarom verwacht hij dat de komende twintig jaar automobilisten nog steeds een rijbewijs nodig zullen hebben.

Tegelijkertijd werd bekend dat Brussel een werkgroep heeft opgetuigd voor zelfrijdende auto’s: Gear 2030. In januari is deze groep samengesteld en blijft actief tot oktober volgend jaar. Mogelijk wordt de periode verlengd, maar daar wordt op een later tijdstip over beslist.

De werkgroep moet de concurrentiepositie van Europa in de wereldwijde autobranche optimaliseren, in het segment van autonoom rijdende voertuigen. Hier is volop concurrentie vanuit Amerika en Azië. Het samenwerkingsverband moet met adviezen komen over bijvoorbeeld regelgeving. Tevens moet het in kaart brengen wat de opkomst van robotauto’s betekent voor de Europese automotive-industrie en hoe de uitrol kan worden bevorderd.

[mcembed]Schrijf je in voor de SDC360-nieuwsbrief[/mcembed]

Tom van Gurp