‘Verwar ADAS-auto en zelfrijdende auto niet met elkaar’
Een auto met rijtaakondersteunende systemen is nog geen zelfrijdende auto, maar veel mensen zien dat wel zo. Dat is gevaarlijk voor de verkeersveiligheid. Daarvoor waarschuwt verkeersveiligheidsexpert Richard van de Werken en mede-eigenaar van verkeersdatabureau Hastig. Van de Werken is een van de sprekers tijdens het ADAS Congres op 20 september bij Autotron Rosmalen.
Mensen verwarren zelfrijdende auto’s en auto’s met ADAS-systemen teveel met elkaar, ziet Van de Werken. “Een tijdje terug organiseerde een verzekeraar een rit van Groningen naar Rotterdam met ‘semi-zelfrijdende auto’s’. Deze aanduiding dekt de lading niet. Het waren auto’s met ADAS-systemen die een aantal dingen tijdelijk konden overnemen van de bestuurder.”
Hij noemt nog een voorbeeld. “Tesla gebruikt terminologie als autopilot. Iedereen denkt dan aan automatische piloot en aan automatisch vliegen. Mat mag een piloot nou als die op autopilot vliegt? Hij mag niet de krant lezen. Hij mag ook niet appen. Hij mag alleen dingen doen die te maken hebben met wat hij aan het doen is, namelijk vliegen. En dan is vliegen nog relatief eenvoudig: de kans dat je iemand onderweg tegenkomt is nagenoeg nul. Zo’n automatische piloot kan dus heel veel. Maar als je dan dus zo’n systeem in een auto ook autopilot noemt, dan zien heel veel mensen een piloot voor zich met zijn benen over elkaar die niets aan het doen is. Wat natuurlijk niet de praktijk is.”
Handleiding
Die verwarring komt niet bij Tesla vandaan, denkt hij. “Als je handleiding van Tesla leest, is er geen enkele discussie over wie er aan zet is. Er staat niet: trek uw handen van het stuur en ga zitten bellen. Als iedereen zich daaraan zou houden, is niks aan de hand.”
Het is vooral de beeldvorming er omheen, ziet hij. “Een tijdje terug werd er een journalist geïnterviewd. En die gaat dus achterstevoren met de blik op de achterbank als het ware in die auto rijden.”
Als je lang genoeg de verkeerde beelden ziet, denken je vanzelf: dat zal wel mogen
Hij wijst op het gevaar van dit soort beelden. “Vorig jaar op het Verkeersveiligheidscongres vertelde een neurowetenschapper dat als je maar lang genoeg de verkeerde beelden laat zien, mensen vanzelf denken: er zijn genoeg anderen die het doen, dus dan zal het wel mogen. Dat is iets wat je in de huidige tijd met Facebook en Twitter niet in de hand hebt.”
Het zou helpen als de overheid en betrokken onderzoeks- en adviesbureaus het onderscheid veel duidelijker definiëren, stelt hij. In woord. Én in beeld. “Ze zouden de systemen als het ware moeten opknippen. En in een publicatie over ADAS-systemen moeten ze geen plaatjes van een zelfrijdende Google-auto laten zien, want daar heeft het dus niets mee te maken. Maar dat is wel wat er in de praktijk gebeurt.”
Onhandig
Zelfrijdende auto’s en auto’s met ADAS-systemen met elkaar vermengen, is onhandig, benadrukt hij. “Ze doen aan allebei geen recht. Aan de ene kant: de echt autonome systemen – zoals de Parkshuttle in Capelle – krijgen onterecht een minderwaardig imago, omdat ze alleen binnen een afgesloten systeem werken. Anderzijds is de consequentie dat mensen denken dat hun auto allerlei dingen kan die die eigenlijk nog niet kan. Op het moment dat je handen van het stuur hebt, dan is het heel moeilijk om je ogen op de weg te houden.”
“Nog een voorbeeld: op moment dat jij met cruise control rijdt, is jouw voet toch altijd in de buurt van je gas- of rempedaal. Je kunt hem niet eventjes op je dashboard leggen. Want je weet: op moment dat je moet ingrijpen, ben je gewoon te laat. Ik hou toch een beetje mijn hart vast als mensen denken: in de tijd dat de auto mijn taken overneemt, kan ik best wat anders doen.”
Dan heb ik liever dat een bestuurder denkt: ik rij in een woonwijk, ik moet goed uitkijken
Mensen onderschatten hun eigen rol, vindt hij. “Een mooi voorbeeld: ik heb een hybride auto. Op moment dat ik hier door de wijk rij, rij ik elektrisch. Ik weet dat kinderen mij niet horen aankomen. Natuurlijk zou een auto met allerlei systemen een plotseling overstekend kind ook wel zien, maar waarschijnlijk te laat. Dan heb ik liever dat een bestuurder denkt: ik rij in een woonwijk, ik moet goed uitkijken en mijn tempo aanpassen.”
Kansen benutten
Van de Werken ziet ook dat de verwarring ervoor zorgt dat we de kansen die rijhulpsystemen bieden, niet ten volle benutten. We moeten namelijk niet alleen bezig zijn met wat in de toekomst kan, maar ook met wat nu kan. “Zelfs als je vanaf morgen alle auto’s zou uitrusten met een of ander ADAS-systeem, dan duurt het nog heel lang voordat alle auto’s het hebben. Ik geloof dat het achttien jaar duurt voor ons hele wagenpark vernieuwd is.”
Hij heeft zelf een Mobileye in de auto en daar is hij erg over te spreken. “Hij kan eigenlijk alles wat een Tesla kan, behalve zelf ingrijpen. Hij kan kijken of mijn afstand op mijn voorligger voldoende is. Kom je echt te dichtbij, dan begint hij te piepen – maar je moet zelf beslissen of je ingrijpt. Ik had dat op vakantie. ’s Avonds reden we terug naar de camping. Het verkeer voor mij trok op, maar niet zo snel als ik dacht, dus ik gaf eigenlijk teveel gas. Dus alle bellen gingen af. Maar ik had wel genoeg tijd om op mijn rem te staan. Volgens mij heeft het mij al vier kop staart botsingen bespaard.”
Voor de gemiddelde Nederlander geldt hier het spreekwoord ‘wat de boer niet kent…’
De Mobileye detecteert ook of je binnen de lijntjes rijdt. “Daar merk je erg aan of je vermoeid bent. Als ik ’s avonds terugrij van een verjaardag – dan drink ik niet, maar dan ben ik gewoon moe – dan krijg ik vaker een piepje dan wanneer ik overdag alert aan het rijden ben.”
Spreekwoord
Voor de gemiddelde Nederlander geldt hier het spreekwoord ‘wat de boer niet kent…’, ziet hij. “Ik denk dat de gemiddelde Nederlander makkelijker winterbanden koopt dan zo’n Mobileye-systeem, terwijl het veiligheidseffect van zo’n Mobileye-systeem wel eens veel groter kan zijn.”
Maar het tij kan keren. “Ik heb een artikel op internet staan over mijn ervaringen met de Mobileye en ben nu vier of vijf keer benaderd door mensen die in Israel op vakantie zijn geweest – daar komt de Mobileye vandaan. Blijkbaar zit het daar in elke taxi. Dus al die mensen zien dat, en denken: dat wil ik ook. Dan Googlen ze en komen ze bij mij uit. Maar die mensen hebben dus ervaren: hé dat is handig, dat zou ik ook in mijn eigen auto willen.”
Richard van de Werken vertelt meer over dit thema tijdens het ADAS Congres. Dit congres vindt plaats op 20 september bij Autotron Rosmalen. Wil je ook het ADAS Congres bijwonen? Meld je dan aan via de website van het evenement.