‘Technologie rond zelfrijdende auto maakt flinke stappen’
Elektrische auto’s, drones en zelfs autonome voertuigen – de automotive-sector innoveert de laatste jaren flink, ziet George Gelauff, directeur van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). “Lange tijd leek die sector vooral geleidelijk te innoveren. Vooruitgang was er, maar de stappen waren klein. Nu worden er ineens flinke stappen gemaakt.” Op VERKEERSNET, zustersite van Zelfrijdend Vervoer, blikt de directeur terug op 2017 en vooruit op 2018.
De snelle ontwikkeling in de automotive-sector is volgens Gelauff te danken aan de mogelijkheden op technisch gebied. “Batterijen worden beter, voertuigen kunnen hun omgeving monitoren, verkeersstromen kunnen gestuurd worden, om maar wat te noemen.” En, zegt hij, vergeet niet nieuwe toetreders als Tesla-baas Elon Musk niet. Zij investeren flink in nieuwe technieken en genereren veel aandacht.
Onderzoek
Het KiM heeft het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar de zelfrijdende auto. Onderzoekers schetsten verschillende scenario’s en de verschillende transitiepaden daarnaartoe. Het is een onderzoek waar hij met trots op terugblikt. Hij ziet ook dat de overheid veel aandacht heeft voor de zelfrijdende auto: er wordt volop mee geëxperimenteerd bijvoorbeeld, en er wordt gekeken naar regelgeving. Maar, benadrukt Gelauff, de zelfrijdende auto is er nog niet. Er moet nog flink wat gebeuren voordat het zover is.
“Natuurlijk, er is altijd een kleine groep die voorop loopt. Die nieuwe ontwikkelingen op de voet volgt. Die de koopkracht heeft. Maar daarmee is de rest nog niet mee.” Drie dingen kunnen helpen volgens hem. De noviteiten worden steeds goedkoper, en worden daardoor toegankelijker, verwacht hij. En mensen moeten zien dat ze veel beter uit zijn: de reismogelijkheden worden veel diverser en makkelijker. En tenslotte kan een levensveranderende gebeurtenis bijdragen: een verhuizing bijvoorbeeld kan mensen uit ingesleten reispatronen halen.
Files
Een ander aspect waar het kennisinstituut zich mee bezighoudt zijn de files en bereikbaarheid in Nederland. Gelauff ziet Nederland niet direct vastlopen. Hij wijst erop dat het aantal files het afgelopen jaar niet is gegroeid, maar gelijk gebleven is. En dat terwijl het aantal in de twee jaren ervoor juist flink gegroeid is. “Dit is interessant – we zijn het aan het onderzoeken, verschillende mechanismen zijn denkbaar. In de periode 2011-2014 was de filedruk relatief laag. Dat kwam deels door de crisis, maar vooral doordat er veel rijstroken bijgekomen waren. Mogelijk zochten automobilisten in die tijd de spitstijden weer op. De jaren daarna trok de economie weer aan en liep de filedruk op. Het afgelopen jaar reizen mensen misschien weer wat meer verspreid, en zijn er ook een aantal nieuwe rijstroken bijgekomen.”
Daarnaast denken steden hard na over hoe ze ook in de toekomst goed bereikbaar blijven, vertelt Gelauff. Dit thema wordt volgens hem komende jaren nóg belangrijker. Het is een onderwerp wat op de rol staat om te onderzoeken. “We willen uitzoeken wat parkeerbeleid doet met bereikbaarheid”, zegt Gelauff. “Steden hebben hier grote uitdagingen: ze groeien, er moeten meer huizen komen, maar plek voor de auto is er bijna niet.”
VERKEERSNET organiseert het MaaS Congres. Tal van sprekers vertellen over verschillende vervoersconcepten, brengen het aandeel van betrokken partijen in kaart en zoomen in op praktische voorbeelden. Naar verwachting zullen 200 beslissers en beïnvloeders in de mobiliteitssector deelnemen aan het congres. Zij vertegenwoordigen concessieverleners, vervoerders, de politiek, landelijke, regionale en lokale overheden, toeleveranciers en adviesbureaus. Meer informatie is te vinden op de website van het MaaS Congres.
Lees ook: